(bron: Antonius Maginus Magirus, koocboec oft familieren keukenboec (1612
Deze appels smaken heerlijk bij wildgerechten, ze doen zeker niet onder voor de gebruikelijke stoofpeertjes.
Het recept heb ik ook via de kookworkshop van eetverleden in Nijmegen.
Ingrediënten
6 appels (geen goudreinet die koken kapot)
75 ml zoete witte wijn
1 eetlepel boter
2 eetlepels suiker
1/2 theelepel kaneel
1 theelepel gember
1/2 theelepel venkelzaad
1/2 theelepel anijszaad
1 eetlepel rozijnen (naar wens)
Bereiding
Schil de appels en haal het klokhuis er uit met een appelboor.
Snijd de appels in plakken
Maal de venkel-en anijszaadjes fijn in een vijzel.
Doe de boter in een pan op middelhoog vuur.
Als de boter gesmolten is voeg dan de suiker toe en daarna de appel en de specerijen.
Voeg tenslotte de wijn toe en eventueel de rozijnen. Laat de appels circa 10 minuten stoven tot ze halfzacht zijn.
Dien de appels op een mooie schaal op. Dit kan zowel warm als koud.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten